Wie is deze Melchizedek?
<< vorige
volgende >>
Wie is deze Melchizedek?
William Branham.Lees het volledige rekening in...
Wie is deze Melchizedek?Hebreeën 7:1-3,
1 Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester van de Allerhoogste God, die Abraham tegemoet ging, toen hij weerkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende;
2 Aan wie ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes;
3 Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch begin der dagen, noch einde des levens hebbende; maar de Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij priester in eeuwigheid.Denkt u zich deze grote Persoon eens in, wat een geweldig Mens dit moet zijn geweest... De vraag rijst dan: “Wie is deze Man?” Theologen hebben verschillende ideeën gehad. Maar sinds de opening van de Zeven Zegels van het geheimenisvolle Boek, wat zo mysterieus is geweest voor ons... Overeenkomstig Openbaring 10:1-7 wordt verondersteld dat nu al de geheimenissen, die staan geschreven in dit Boek, aan het licht zullen worden gebracht, al die dingen die verborgen zijn geweest in het tijdperk van de hervormers, zullen door de engel van het laatste gemeentetijdperk aan het licht worden gebracht. Hoevelen weten dat dit juist is? Zo is het, zouden gebracht moeten zijn. Al de geheimenissen van het geheimenisvolle Boek moeten worden geopenbaard aan de boodschapper van dat Laodicea-tijdperk.
Ziende, dat er veel verschil van mening is over deze Persoon en dit onderwerp, denk ik, dat het ons betaamt erop in te gaan, om uit te vinden Wie dit eigenlijk is. Er zijn verschillende denkrichtingen over Hem. Eén van deze richtingen beweert dat Hij slechts een mythe is; Hij was in werkelijkheid geen persoon. Anderen zeggen dat het een priesterschap was, het Melchizedekse priesterschap. Dat is het meest waarschijnlijke dan; het is een bétere visie, dan de eerste, als zij zeggen dat het een priesterschap was. Maar dat kán het niet zijn, want in vers 4 wordt gezegd, dat Hij een Persoon was, een Mens. En om een persoon te zijn, moet Hij een persoonlijkheid zijn, een mens, niet een orde, maar een persoon. Dus was Hij niet slechts een priesterorde en evenmin een mythe; Hij was een Persoon.
En deze Persoon is eeuwig, want als u oplet, dan had Hij geen vader, geen moeder, geen tijd dat Hij ooit begon en geen tijd dat Hij ooit eindigde. Dus, wie het ook was, Hij leeft vanavond nog steeds, omdat de Bijbel hier zei, dat Hij noch vader, noch moeder had, noch begin van dagen of einde des levens. Hij zou een eeuwig Persoon hebben moeten zijn. Is dat juist? Een eeuwig Persoon. Dan kon het slechts één Persoon zijn: dat is God, want Hij is de Enige, Die eeuwig is... - God. U zou daarvoor 1 Timotheüs 6:15 en 16 eens moeten lezen. Ik zou graag hebben, dat u dat deed... De zaak die ik beweer, is dat Hij Gód was, omdat God de enige Persoon is, Die onsterfelijk kan zijn. Het is God, Die Zichzelf verandert tot een Persoon; dat is wat Hij was. Hij had geen vader, geen moeder, geen begin van leven, noch einde der dagen...
We ontdekken dat vele mensen uit de Schrift leren, dat er drie persoonlijkheden in de Godheid zijn. U kunt echter geen persoonlijkheid hebben, zonder een persoon te zijn. Er is een persoon voor nodig om een persoonlijkheid te zijn. Een baptistenprediker kwam daarvoor een paar weken geleden naar mijn huis en zei: “Ik zou u graag rechtzetten over de Godheid, als u eens een keer tijd hebt!” Hij belde mij eerst op, liever gezegd. Ik zei: “Dan heb ik nú tijd, op dit moment, want ik wil in orde zijn en we leggen al het andere daarvoor opzij.” Hij kwam, en zei: “Broeder Branham, u leert dat er maar één God is.” Ik antwoordde: “Ja zeker.” Hij zei: “Wel, ik geloof ook dat er één God is, maar dan één God in drie personen.” Ik zei: “Meneer, herhaalt u dat nog eens...” Hij zei: “Eén God in drie personen.” Ik vroeg: “Waar bent u op school geweest?” Hij noemde een Bijbelinstituut. Ik zei: “Dat zou ik kunnen gelóven, maar je kunt geen persoon zijn zonder een persoonlijkheid te zijn, en als je een persoonlijkheid bent, dan ben je één persoonlijkheid, helemaal op jezelf. U bent één afzonderlijk, individueel wezen...” “Wel”, antwoordde hij, “de theologen kunnen deze dingen zelfs niet uitleggen...” “Het komt ook door openbaring”, zei ik. Toen zei hij: “Ik kan openbaring niet aanvaarden...” Ik zei: “Dan is er geen weg voor God om ooit tot u te komen, omdat het verborgen is voor de ogen van de wijzen en verstandigen, maar geopenbaard wordt aan kinderkens... Het wordt geopenbaard (het is een openbaring) aan kinderkens, die het willen aannemen.” En ik zei: “Zo zou er geen manier zijn voor God om tót u te komen; zo sluit u zichzelf van Hem áf. De hele Bijbel is niets anders dan de openbaring van God; de hele gemeente is gebóuwd op de openbaring van God. Er is geen andere manier om God te kennen, dan alleen door openbaring... 'Niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren.' Alles is openbaring. Als u 'openbaring' niet aanvaardt, dan bent u alleen maar een koude theoloog en is er geen hoop voor u...”
We ontdekken dat deze Persoon geen vader had, geen moeder, geen begin van dagen of einde des levens. Het was God 'en morphe'. Dit Griekse woord betekent 'verandering', zichzelf veranderend. Het woord en morphe werd aan het toneelspel ontleend, om aan te duiden hoe een persoon van masker verandert, om hem een ander karakter te laten spelen. Onlangs moest Rebekka op school - vlak voor ze haar eindexamen deed - meedoen aan de opvoering van een van Shakespeare's toneelstukken. Daar moest een jongeman zijn kleren verschillende keren verwisselen, omdat hij twee of drie verschillende rollen speelde; dezélfde persoon. Hij trad in het begin op als de verrader, maar toen hij de volgende keer opkwam, had hij een andere rol. Het Griekse woord en morphe betekent, dat hij zijn masker had verwisseld.
Nu, dat is wat God deed. Het is dezelfde God heel de tijd. God komt in de 'vorm' van de Vader, van de Geest of van de Vuurkolom, maar dat is dezelfde God Die werd vlees gemaakt en onder ons woonde. Hij kwam 'en morphe', zodat Hij kon worden gezien. En nú is diezelfde God: de Heilige Geest. Vader, Zoon en Heilige Geest zijn niet drie Goden, maar drie bedieningen, drie handelingen van de éne God... De Bijbel zegt dat er één God is, niet drie. U kunt de Bijbel niet op orde krijgen als u vasthoudt aan drie goden. U zou dat een Jood nooit kunnen verkopen; ik zeg u dat - iemand die beter weet - hij weet dat er maar één God is.
Let op, het is precies zoals een beeldhouwer zijn beeld verbergt met een omhulling erover. Dat is wat God heeft gedaan in dit tijdperk. Het is verborgen gebleven. Al deze dingen zijn verborgen geweest, maar ze worden verondersteld geopenbaard te worden in dit tijdperk. De Bijbel zei, dat ze in de laatste tijd zouden worden geopenbaard. Het is zoals de beeldhouwer die zijn werkstuk helemaal bedekt houdt, tot de tijd van de onthulling; dan zíet u het. Zo is het ook met de Bijbel geweest: het is Gods werk, dat verborgen is geweest, verborgen sinds de grondlegging van de wereld; het is een zevenvoudig geheimenis. God beloofde echter, dat Hij in deze dag - in het tijdperk van deze Laodicea-gemeente - de omhulling van de hele zaak zou afnemen zodat we het zouden kunnen zien.
Wat een heerlijk iets! God 'en morphe', verhuld in een Vuurkolom; God, en morphe, gemaskerd in een Man genaamd Jezus; God, 'en morphe' in Zijn gemeente - God boven ons, God met ons en God in ons: hoe God Zich tot ons neerbuigt! Eerst zetelde Hij daarboven op de berg; niemand Zou Hem in Zijn heiligheid kunnen aanraken. Zelfs als een dier de berg aanraakte, moest het sterven. Toen daalde God af, en veranderde Zijn tent. Hij kwam neer en woonde onder ons, werd één van ons; we aanschouwden Hem. De Bijbel zei in 1 Timotheüs 3:16: “En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees...hetgeen onze handen getast hebben...” God at vlees. God dronk water. God sliep. God huilde. Hij was één van ons! Hoe prachtig wordt Hij getypeerd in de Bijbel. Het was God bóven ons, God mét ons en nu is het God in ons: de Heilige Geest. Niet de derde persoon, maar dezélfde Persoon!
God kwam neer, werd vlees en stierf de dood in Christus, zodat Hij de gemeente zou kunnen reinigen. Dan kon Hij in haar komen en gemeenschap met haar hebben. God heeft die gemeenschap lief. Dat is de reden dat Hij in den beginne de mens maakte: om gemeenschap te hebben. God woont alleen, alleen met de cherubs. Maar toen Hij de mens had gemaakt, viel de mens. Dus kwam Hij neer en verloste Hij hem, Omdat God er van houdt om te worden aanbeden! Het woord 'god' betekent in wezen 'voorwerp van aanbidding.' En dit wat onder ons komt als een Vuurkolom, dat wat onze harten verandert, dat is dezelfde God, Die zei: “Er zij licht”, en er wás licht. Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor eeuwig.
In den beginne woonde God alleen met zijn 'attributen'; ik sprak u er vanmorgen over. Zijn 'attributen', dat zijn Zijn gedachten. Er bestond niets, alleen God Zelf. Maar in Hem waren Zijn gedachten. Net zoals een groot architect zich kan neerzetten, om in gedachten uit te tekenen wat hij denkt te zullen bouwen, wat hij zal gaan scheppen... Nu, een architect kan niet scheppen. Hij kan alleen iets nemen wat al eerder geschapen werd en het dan een andere vorm geven, omdat God de Enige is, Die kan scheppen. Hij krijgt gewoon in gedachten wat hij zal gaan doen, gedachten, die Zijn verlangens weerspiegelen. Nu, als een gedachte wordt uitgesproken, dan is het een woord. Een woord is een gedachte die tot uitdrukking is gebracht. Eerst moet het echter een gedachte zijn. Zo is het ook met Gods eigenschappen: eerst wordt het een Gedachte en dan een Woord.
Let op. Degenen die vanavond eeuwig leven hebben, waren al bij Hem en in Hem - in Zijn denken - voor er ooit een engel, ster, cherub, of wat anders ook was! Dát is 'eeuwig'. Als u eeuwig leven hebt, was u er altijd al. Niet uw wezen hier, maar de gestalte en vorm, die de oneindige God... Als Hij niet oneindig is, is Hij geen God. God moet oneindig zijn. Wij zijn eindig; Hij is óneindig en bovendien alomtegenwoordig, alwetend, en almachtig. Als Hij dat niet is, dan kan Hij God niet zijn. Hij weet alle dingen, en kent alle plaatsen vanwege Zijn alomtegenwoordigheid. Zijn alwetendheid maakt Hem alomtegenwoordig. Toch is Hij een Wézen. Hij is niet zoals de wind, Hij is een Wezen, Hij woont in een huis. Maar omdat Hij alwetend is, zodat Hij alle dingen weet, is Hij ook alomtegenwoordig, want Hij weet alles wat er gebeurt. Er kan geen vlieg met zijn oog knipperen of Hij weet het. En Hij wist al voordat er een wereld was, hoeveel keren hij met zijn ogen zou knipperen, of hoeveel talk hij in zich had... Dat is 'oneindig'. Wij kunnen het niet bevatten met ons verstand, maar dat is God, de oneindige God.
Lees het volledige rekening in...
Wie is deze Melchizedek?
Klik op een afbeelding om PDF's of een full size afbeelding te downloaden.