Het Zesde Zegel.
<< vorige
volgende >>
Oordeelszegel van het Woord.
William Branham.Lees het volledige rekening in...
Het Zesde Zegel.Openbaring 6:12-14,
12 En ik zag, toen het Lam het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed.
13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij door een grote wind geschud wordt.
14 En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen.Nu wil ik dat u uw boek op deze wijze vasthoudt: Mattheüs 24 en Openbaring 6, op deze manier en laten wij hier even een klein beetje vergelijken. Dus kijk hier nu goed naar en u kunt precies zien hoe het zit. Zie wat het Lam hier precies toont in symboolvorm, wat Hij hier zei in het Woord - het precies doende. Dus dat maakt het juist. Dat is alles wat ermee is. Hier is het ene; Hij spreekt erover en hier gebeurt het. Het is gewoon een volmaakte betuiging. Laten we nu kijken naar het vierentwintigste hoofdstuk van Mattheüs en Openbaring 6, en dit laatste vergelijken met het vierentwintigste hoofdstuk van Mattheüs. Wij weten allen, dat dat het hoofdstuk is waar iedere geleerde, iedere persoon naar toe gaat, als hij spreekt over de verdrukkingsperiode. Het komt uit het vierentwintigste hoofdstuk van Mattheüs. En nu, laten wij...
Als dat zo is... Nu... want wij weten dat dit zesde zegel het oordeelszegel is. Het is het oordeelszegel - dat is het precies. Nu, ik geloof... we hebben gehad dat de antichrist reed, hebben de gemeente zien gaan - nu is het voorbij, ze is omhoog gegaan. Toen zagen wij de martelaren van die Joden daar onder het altaar. Nu hier is het uitbreken van de oordelen over het volk, en uit dit verdrukkingsoordeel zullen de 144.000 verloste Joden voortkomen. Ik zal u bewijzen dat het Joden zijn en geen heidenen. Ze hebben niets met de bruid te maken, geen enkel ding. De bruid... We hebben gezien dat de bruid weggegaan is. U kunt dat nergens anders plaatsen - zij komt niet eerder terug dan in het negentiende hoofdstuk van Openbaring.
Let nu op, want het zesde zegel is het oordeelszegel van het Woord. Laten wij hier nu beginnen te lezen uit het vierentwintigste hoofdstuk van Mattheüs. Ik zou u graag hier iets willen geven, waar ik gewoon naar uitgezien heb om het te vinden. Nu, Mattheüs van 1 tot 3, dat is wat we eerst zullen lezen. En Jezus ging uit en vertrok van de tempel; en Zijn discipelen kwamen tot Hem, om Hem de gebouwen van de tempel te tonen.
En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.(Nu, het derde vers.) En toen Hij op de Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?-----
Let nu op, we zullen gaan lezen, eerst voor de... “Toen antwoordde Hij hun...” En dan begint Hij hun te antwoorden en wij willen het vergelijken met de zegels. Let nu op, het eerste zegel is Openbaring 6:1-2; nu lezen wij hoofdstuk 6:1-2.
En ik zag, toen het Lam een van de zegels geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een wit paard, en die daarop zat, had een boog; en hem is een kroon gegeven, en hij ging uit overwinnende en opdat hij overwon!
Wie hebben wij gezien, dat deze knaap was? - de antichrist. Mattheüs 24 nu, vers 4 en 5.
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden.Ziet u het? - de antichrist. Daar is uw zegel. Hij heeft het hier gesproken en hier openen zij het zegel, en hier was Hij - gewoon volmaakt. Nu, het tweede zegel: Mattheüs 24:6, Openbaring 6:3-4. Let nu op. Mattheüs 24:6. Laat mij nu zien wat er staat.
En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet.
Goed. Laten wij het tweede zegel nemen, Openbaring 6:3-4. Let op wat Hij zegt.
En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! En een ander paard ging uit, dat rood was; en hem, die daarop zat, werd macht gegeven de vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.Volmaakt - helemaal precies. O, ik houd ervan om de Schrift zelf te laten antwoorden, u ook? De Heilige Geest schreef het allemaal, maar Hij is in staat om het te openbaren. Laten wij nu zien naar het derde zegel. Nu, dit is een hongersnood. Nu, Mattheüs 24, vers 7 en 8.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten.
Zie, dat is nu aan het opkomen. Nu, Openbaring 6. We gaan het derde zegel openen. Het wordt gevonden in Openbaring 6:5 en 6.
En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en de wijn niet.
Honger, ziet u? Precies hetzelfde zegel! Hetzelfde als wat Jezus zei. Goed, het vierde zegel - pestilentie en dood. Let op, Mattheüs 24, we zullen het achtste vers lezen; het zevende en het achtste vers, geloof ik, gaat over het vierde zegel, dat ik hier heb. In orde. Nu... Wat las ik daarnet? Las ik iets verkeerds? Ja, ik had dat aangetekend. Ja, daar zijn wij nu. Daar gaan wij dan. Goed.Laten wij hier nu beginnen bij het zevende vers van dit vierde zegel en bij het zesde, zevende en achtste vers van het andere, van Openbaring. Laten wij nu zien naar het zevende en achtste vers van Mattheüs 24. In orde.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten.
Nu, het vierde zegel, zoals wij het hier lazen, was... Het vierde zegel was... het begint bij het zevende en achtste vers aan deze andere kant.
En toen Het het vierde zegel geopend had, hoorde ik de stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een vaal paard...Nu, wacht eens, ik heb dit verkeerd opgeschreven. Even een ogenblikje, 7 en 8, laten wij eens zien. Mattheüs 24:7 en 8, laten we zien. We zullen dat krijgen. Dat is de derde opening, is het niet? Mattheüs 24:7 en 8. Het spijt mij. Nu, dat opent de regen... of de hongersnood, het opent de hongersnood. Goed, nu de pestilentiën en de dood... Jazeker, nu komen wij er; 7 en 8 - nu, dat zou het vierde zegel zijn. Laten wij zien waar wij het vierde zegel krijgen. “En toen het Lam het vierde zegel geopend had...” Ja, dat is de ruiter op het vale paard, de dood, ziet u.
En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met de dood, en door de wilde beesten der aarde.
Zie, dat was de dood!Nu, het vijfde zegel. Mattheüs 24:9-13. Laten we zien of ik dat nu weer juist heb, ziet u.
Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u doden,... (Daar hebt u het!) en gij zult gehaat worden door alle volken, om Mijns Naams wil. En dan zullen er velen geërgerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten. En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Wij zijn nu bij het vijfde zegel, en dat was gisteravond. Ze zouden u overleveren, elkander verraden, enzovoort.Kijk nu aandachtig naar het vijfde zegel, 6:9-11. Laten we dat nu nemen: Openbaring 6:9-11.
En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die gedood waren om het Woord Gods, en om het getuigenis, dat zij hadden. En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? (Nu...) En aan een ieder werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleine tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, zoals zij.U ziet, dat wij hier onder het vijfde zegel martelaarschap vinden. En hier in Mattheüs 24:9-13 ontdekken wij ook dat het martelaarschap was: “Zij zullen u overleveren en u doden”, enzovoort, ziet u, hetzelfde zegel dat geopend is. Nu komen wij tot het zesde zegel. Mattheüs 24:29-30... 24, en laten we nemen 29 en 30. Dat zijn ze. We zullen ook gaan naar Openbaring 6:12-17. Dat is precies wat we zojuist gelezen hebben. Luister nu hier naar. Dat is wat Jezus zei in Mattheüs 24:29 en 30.
En terstond na de verdrukking van die dagen,... (Wat... Wanneer deze verdrukking, deze 'amateur' verdrukking... Zij zijn hier doorheen gegaan, ziet u.) zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. En alsdan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.Lees nu hier in Openbaring, het zesde zegel, datgene waar het nu over gaat.
En ik zag toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn oprijpe vijgen afwerpt, als hij door een grote wind geschud wordt. En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelf in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen; En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons en verbergt ons van het aangezicht van Hem, Die op de troon zit, en van de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is gekomen, en wie kan bestaan?Het is volmaakt. Sla nu weer terug en zie wat Jezus hier zei in Mattheüs 24:29. Luister. Na deze Eichmann zaak, enzovoort.
En terstond na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. (Let nu op.) En alsdan zal in de hemel verschijnen het teken van de Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste daarvan.Ziet u, helemaal precies als u het vergelijkt met wat Jezus zei in Mattheüs 24 en wat de Openbaarder hier opende in het zesde zegel, het klopt precies, en Jezus sprak over de verdrukkingsperiode. Ziet u? Ten eerste vroegen zij wanneer deze dingen zouden zijn, wanneer de tempel zou worden weggenomen. Hij beantwoordde dat. Het volgende wat zij vroegen, was: wanneer de tijd zou komen - wanneer het martelaarstijdperk zou komen; en wanneer dit zou zijn, wanneer de antichrist zou opstaan en wanneer de antichrist de tempel zou wegnemen.
-----
Nu, ik wil dat u opmerkt dat Jezus... (ongeveer morgenavond hierover) het onderwijs over het zevende zegel wegliet. Het staat hier niet bij. Let op, Hij gaat nu hierna direct over op gelijkenissen. Ook Johannes liet het zevende zegel weg - het zevende, het laatste - het zevende zegel. Dat zal een grote zaak zijn. Het is zelfs niet opgeschreven. Beiden lieten dit zevende zegel weg. En de Openbaarder, toen... God had juist gezegd... Johannes zei: “Er was stilte in de hemel...” Jezus zei er nooit een woord over.Let nu op, terug naar het twaalfde vers. Merk op, geen dier - dat is het twaalfde vers, om met ons zegel te beginnen en het geopend te zien worden. Ook hier waren geen op een dier gelijkende levende schepselen vertegenwoordigd, evenals bij het vijfde zegel. Waarom? Dit gebeurde aan de andere kant van het Evangelie-tijdperk, in de verdrukkingsperiode.
Lees het volledige rekening in...
Het Zesde Zegel.