God versluierd in Jezus.
<< vorige
volgende >>
De ontsluiering van God.
William Branham.Lees het volledige rekening in...
De ontsluiering van God.Nu, dat is mijn onderwerp deze morgen, om die God te openbaren, of beter gezegd, te ontsluieren. God heeft Zich altijd, in alle tijdperken, verborgen achter een sluier. Maar toch was Hij al die tijd God. Hij bleef Zich echter verbergen voor de wereld, om Zich te openbaren aan Zijn uitverkorenen, zoals de apostelen van die dagen. Het was God, die daar in Christus sprak.
Eens verlangde Mozes om God te zien en God zei hem op de rots te gaan staan. En toen hij op de rots stond zag hij God voorbijgaan; Zijn rug zag eruit als de rug van een mens. God was in een wervelwind, zoals Hij bij Mozes kwam, toen deze daar op de rots stond. Ik vermoed dat u allemaal de foto hebt gezien die werd gemaakt, toen we onlangs weer bij dezelfde rots stonden. Daarop ziet u dat licht, de Engel des Heren, op dezelfde plek waar deze donderslagen klonken. Ze hangt daar nu weer op het mededelingenbord.
Let op: Jehova van het Oude Testament is Jezus van het Nieuwe Testament. Ziet u dat Hij dezelfde God is, die alleen Zijn vorm veranderde?
----
God is immer dezelfde; Hij veranderde alleen Zijn vorm. Let erop, wat er staat in Filippenzen. Daar zegt Paulus, dat Jezus het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar de gestalte aannam van een mens. Nu, het Griekse Woord dat daar voor 'gestalte' wordt gebruikt, is en morphe. Ik heb gisteren de hele tijd geprobeerd om uit te zoeken wat dit betekende. Het wordt gespeld: e-n m-o-r-p-h-e. Ik spel het even, omdat ik het misschien verkeerd uitspreek, en de geleerden weten dan, als de band wordt vrijgegeven, wat ik bedoel. Wel, en morphe betekent dat Hij Zich veranderde, toen Hij op aarde kwam. Dat Griekse woord duidt iets aan wat niet kan worden gezien, maar wat er toch is. Nadat het veranderd is, kan het oog het waarnemen. Begrijpt u?----
Zo deed God ook. Hij veranderde Zich van een vuurkolom tot een mens, om Zich daarna weer terug te veranderen tot de Geest, opdat Hij in de mens mocht wonen: God handelende in een mens, zoals Hij werkelijk was. Jezus Christus was God werkend in een mens, in een man. Dat was Wie dit was. Hij had Zich veranderd; Hij was niet meer de vuurkolom. Die vuurkolom was in de woestijn een sluier geweest, die God voor Israël verborg. Hoewel Mozes de vorm van Zijn lichaam zag, was Hij in werkelijkheid heel de tijd verborgen achter deze vuurkolom: de Logos, die van God uitging.Nu ontdekken we dat God sinds Pinksteren niet meer handelt in één mens, maar door de mensen heen. Ziet u? Hij handelde toen in een man: Jezus, maar nu handelt Hij via een mens, die Hij voor een bepaald doel heeft gekozen. God in de vorm van een mens. Hij veranderde Zich van de gestalte Gods tot de gestalte van een mens.
----
Let op. Waarom moest Hij toen Hij kwam, komen als 'Zoon des mensen'? Omdat de Heilige Schrift zei dat Hij als profeet zou komen. God zou een profeet voor hen doen opstaan. Daarom kon Hij Zich, toen Hij kwam, niet de 'Zoon van God' noemen, omdat het die bedeling niet was. Hij was de 'Zoon des mensen', die profeteerde, om te vervullen wat Hij was, en die al de dingen openbaarde die waren gebeurd en die hadden uitgebeeld wat Hij was. In die tijd was Hij op aarde als 'Zoon des mensen'.----
God, als mens, heeft Zichzelf ontledigd. We lezen in Joël 2:28 dat Hij zei: “Daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten...”... Let nu op het Griekse woord 'uitstorten' of 'ontledigen'. Ik mag dit fout hebben, maar u moet eens goed letten op dat ene woord dat ik kon vinden...Nu, soms hebben Engelse woorden een dubbele betekenis. Precies zoals we dat kennen bij het woord 'god'. Wij zeggen: “God schiep de hemel en de aarde” (Gen.1). Maar in de Bijbelse grondtekst wordt gezegd: “In den beginne schiep Elohim”... Daar staat 'Elohim', maar in onze taal spreken we van 'God'. Dat is in wezen iets anders dan 'Elohim', want het woord 'god' kunt u ook voor allerlei andere zaken gebruiken. U kunt een afgodsbeeld tot god maken. U kunt uw piano tot god maken. U kunt dat met allerlei dingen doen.
Met het woord Elohim kunt u dat niet. Dat woord betekent: 'de in Zichzelf bestaande'. Die piano kan niet 'in zichzelf bestaand' zijn. Er is niets anders dat zijn bestaan in zichzelf vindt. Ziet u nu het verschil tussen beide woorden? Elohim betekent: Hij die altijd heeft bestaan, terwijl God van alles kan betekenen.
Nu, als we hier lezen dat Hij Zichzelf ontledigde of uitgoot, dan denken wij- als we de uitdrukking 'uit Zich vandaan gieten' lezen- zoiets, als dat Hij 'overgaf'. Dat wil zeggen dat er iets uit Hem vandaan ging, dat iets anders was dan Hijzelf. Het Griekse woord kenos betekent niet dat Hij overgaf, of dat misschien zijn arm eraf ging of Zijn oog eruit ging, of dat een ander iemand uit Hem ging, maar dat Hij Zichzelf veranderde.
Hij goot Zichzelf uit in een andere vorm. Hij nam een ander masker, een andere gedaante. Amen. Niet dat er een ander persoon uit Hem ging, die de Heilige Geest werd genoemd. Hij was het Zelf. Begrijpt u het? Hij goot Zichzelf uit in de mensen. Christus in u! Wat prachtig, wat wonderbaar, te bedenken dat God Zich in het menselijk wezen, in de gelovigen, uitgiet. Uitgestort! Het was een onderdeel van Zijn grote toneelstuk, dat Hij dit zo deed. God Zelf, heel de volheid, heel de Godheid was lichamelijk in deze persoon: Jezus Christus. Hij was God en God alleen. Niet een derde persoon of een tweede persoon of een eerste persoon, maar dé persoon; God verhuld in menselijk vlees:
1 Tim.3:16 “En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God, Elohim...” Hoofdletter, G-O-D, in de Bijbel, en kijk naar wie dit oorspronkelijk verwijst. In het oorspronkelijke stond er: Elohim. “In den beginne schiep Elohim... Buiten alle twijfel, de verborgenheid van Elohim is groot, want Elohim werd geopenbaard in het vlees... En wij betastten Hem: Elohim, versluierd in menselijk vlees. De grote Jehova, die alle ruimte en tijd omvat, werd mens gemaakt. Wij hebben hem getast: Elohim. “In den beginne was Elohim en Elohim werd vlees gemaakt, woonde onder ons.”
----
Wie is deze grote ongeziene persoon? Wie is deze, die Abraham zag in visioenen? Vlak voor het einde- alhoewel Hij dat al eerder had gedaan- kwam God, voordat de zoon kwam, tot Abraham en manifesteerde Hij Zich in het vlees, in de vorm van een man! Zo manifesteerde Hij Zich in die eindtijd. Abraham had Hem al eens in een klein licht gezien. Hij had Hem in visioenen gezien, had Zijn stem gehoord en had vele andere openbaringen. Maar vlak voor de beloofde zoon kwam, zag hij Hem in de vorm van een man. Hij sprak met Hem en zette Hem vlees en drank voor. Dat was God Zelf, versluierd in menselijk vlees.Dit maakte deel uit van Gods handelwijze. Op deze wijze openbaart Hij -het eeuwige Woord- Zich aan ons. God, Jehova, werd vlees. Precies zoals geschreven staat in Joh.1 vers 1: In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. In den beginne was Elohim en Elohim werd het Woord. Het Woord was Elohim en keerde terug tot Elohim. Ziet u? Het is steeds hetzelfde, maar het ontvouwt zich gewoon.
Het is als eigenschappen, attributen, die in God zijn. Zo is uw gedachte een attribuut van u. In den beginne wàs Hij, de eeuwige God, zelfs geen God. Hij was de Eeuwige, maar Hij was geen God. (God betekent: 'een voorwerp van aanbidding') Hij was Elohim, de Eeuwige. Maar in Hem waren gedachten. Hij wilde stoffelijk worden. Wat deed Hij? Hij sprak een Woord en dat Woord werd gematerialiseerd, stoffelijk gemaakt. Wel, dat is het beeld wat u ziet van Genesis tot Openbaringen. Er is niets fout. Het is Elohim die stoffelijk wordt, die Zich materialiseert. Dan kan Hij worden aangeraakt, getast. In het Duizendjarig Rijk is Hij, Elohim, gezeten op de troon, met al Zijn onderdanen om Hem heen, allen die Hij voorbestemde voor de grondlegging der wereld.
----
Let erop, dat Hij Zich door de eeuwen heen altijd al zo heeft geopenbaard door Zijn profeten. Eigenlijk waren zij geen profeten; zij waren goden. God zei dat ook. Wat zij spraken, was immers Gods Woord? Zij waren het vlees waarin God was versluierd. Jezus zei Zelf dat zij goden waren in Johannes 10: “Gij zegt: Gij lastert, omdat Ik heb gezegd: Ik ben Gods Zoon. Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: Gij zijt goden? Als Hij hen goden genoemd heeft tot wie het Woord Gods gekomen is.”Ziet u dat het God was, die gestalte aannam in een mens die 'profeet' genoemd werd? Het Woord van de Here kwam tot deze man, dus was het in wezen niet de profeet , maar de profeet was de sluier, het Woord evenwel dat hij sprak was Gód. Het woord van een mens zou nooit op zo'n wijze kunnen werken. In wezen was het ook geen mens, het was God. Jezus was het Woord van God, in de vorm van een man. Hij werd als een mens beschouwd. Hij had Zijn vorm veranderd, maar niet Zijn natuur. In Hebreeën 13:8 staat: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.” Hij veranderde dus niet Zijn natuur toen Hij kwam. Hij is altijd die profeet geweest, het hele tijdperk door; steeds het Woord, het Woord, het Woord, het Woord... Zijn natuur kan Hij niet veranderen, maar wel veranderde Hij Zijn vorm. Hebreeën 13:8 zegt: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.” Hij veranderde Zijn masker.
----
God was versluierd in Jezus, om het werk der verlossing te volbrengen aan het kruis. God is Geest. Hij kan niet sterven; Hij is eeuwig. Hij moest een masker opzetten, om deze dodenrol te spelen. En Hij stierf; maar Hij kon het niet doen in Zijn God-vorm. Hij moest het doen in de Zoon-vorm, als Zoon des mensen, hier op aarde. Het moest in deze vorm geschieden. Toen Hij terugkeerde op de pinksterdag was Hij weer de Zoon van God. Begrijpt u nu wat ik bedoel?----
Hij was versluierd in een mens, zoals Hij altijd werd versluierd. Hij was voor hen versluierd, want Hij was in Zijn menselijke tempel. God was in een menselijke tempel. Weest u alstublieft heel voorzichtig nu, want hij is dezelfde, gisteren, heden en tot in eeuwigheid. God versluiert Zich, Hij verbergt en versluiert Zich voor de wereld in een menselijk wezen. Zie?Hier stond God! De Grieken wilden Hem zien. En Jezus zei: “Een graankorrel moet in de aarde vallen en sterven”. U moet sterven aan al uw ideeën, u moet loskomen van uw eigen gedachten. Het was voor de discipelen precies hetzelfde: ze konden niet uitleggen hoe ze Zijn lichaam zouden moeten eten en Zijn bloed moesten drinken. Maar kijk, zij waren al dood voor die dingen. Ze waren dood in principe; zij waren gestorven voor Christus. Ongeacht wat Hij deed of hoe groot ook de nederlaag leek die Hij leed, ze geloofden Hem toch, hoe dan ook, ziet u? Zij konden iets zien in die Man, die samen met hen at, dronk, viste, sliep en al het andere. Ze zagen in deze man, die hier op aarde werd geboren, met hen rondtrok, met hen sprak, kleren droeg zoals iedereen, dat dit God was.
----
In het Oude Testament was God, toen Hij troonde op de genadetroon, ook achter een voorhangsel verborgen. Ook in het Oude Testament was God in Zijn tempel. De mensen kwamen daar naar binnen en aanbaden, zoals wij hier, maar bedenk, dat er altijd een voorhangsel was, (amen!), dat God verborg. Ze wisten dat God daar was, maar ze konden Hem niet zien. Is het u niet opgevallen, dat die vuurkolom daar nooit meer is verschenen? Sinds het moment dat de vuurkolom achter dat voorhangsel ging, wordt er in de Schrift geen melding meer gemaakt dat deze zich opnieuw vertoonde, tot aan het moment dat deze Jezus Christus verliet? God was versluierd!Toen Hij op aarde was, sprak Hij: “Ik ben van God uitgegaan en ga tot God.” Toen Paulus -na Jezus' dood, begrafenis en opstanding- op weg was naar Damascus, was daar die vuurkolom opnieuw! Wat was het? Hij was niet meer achter die voorhang! (God zij geprezen!)
Het was voorbij dat Hij daar achter de voorhang was. Nu, waarachter was Hij verborgen? Achter een voorhang van huiden, van dassenhuiden. Maar toen die voorhang werd gescheurd op de dag van de kruisiging, toen de voorhang waarin Hij verhuld was, werd verscheurd, toen kwam het hele verzoendeksel, de hele genadetroon in zicht. Nu, de Joden kunnen niet begrijpen, hoe God genade kon hebben met een zondig en bedorven volk zoals wij. Maar zij konden ook deze Ene niet zien, die genade schonk, omdat Hij verborgen was. Hij was daarbinnen, achter de dassenhuiden die voor de genadetroon hingen en Hem bedekten.
Als eerder iemand binnenging achter die voorhang, betekende het onmiddellijk de dood. Amen. (O, we zullen hierover nog iets gaan leren, als u het zult kunnen aannemen.) Naar binnen lopen achter die huiden? Zelfs een van de priesterzonen probeerde het eens en stierf. Ga niet achter die voorhang! De man die er voorbij liep... Waarom was dit? Omdat er tot op dat moment nog geen verlossing was. Potentieel was het er wel, in beginsel, maar alles wat alleen nog maar potentieel aanwezig is, is nog niet de werkelijke zaak. Er wàs verlossing, maar de zonde werd bedekt, niet vergeven. Vergeven houdt in: ervan losgemaakt, afgescheiden en weggedaan. Maar het bloed van schapen en bokken kon dat niet. Daarom was Jehova verborgen achter een voorhang! En als iemand probeerde door te dringen achter dat voorhangsel, waar achter Hij was verborgen, dan viel hij dood neer.
Maar nu, sinds Pinksteren, sinds de kruisiging, werd die voorhang van boven tot beneden opengescheurd, opdat die generatie zou zien, dat Jezus die God was die versluierd was. Toen Hij op Golgotha stierf, zond God vuur en weerlicht en scheurde Hij die voorhang van boven naar beneden, zodat het hele verzoendeksel volledig in zicht kwam. Maar ze waren te blind om het te zien. Zoals ook Paulus hier uit Mozes leest en zegt, dat 'tot heden toe dezelfde bedekking over de voorlezing van Mozes blijft, omdat zij slechts in Christus verdwijnt'. O, broeder, zuster, dat overkwam de Joden toen die voorhang werd gescheurd, dat God volledig in het zicht werd gebracht, hangend aan het kruis. Hij was volkomen zichtbaar geworden, maar toch konden ze het niet zien!
----
Daar was hun God, ontsluierd, in het volle licht! Ze behoorden Hem daar te hebben zien staan. Maar Hij was te gewoon. Het was een gewone man. Ze konden het niet zien. “Wel”, zeiden ze, “van welke school kwam Hij eigenlijk?” Maar bedenk, toen die speer Zijn lichaam doorboorde, toen die Geest Zijn lichaam verliet, de tempel, toen werd in die andere tempel de offerkist omver geworpen, de bliksem zweepte neer door de tempel en de voorhang scheurde. Wat wàs dit? Op Golgotha hing hun God en ze waren te blind om het te zien. Dit bracht Hem volledig in 't zicht, maar nog steeds zien zij het niet; ze zijn blind. Het was God, versluierd in een menselijk wezen.Lees het volledige rekening in...
De ontsluiering van God.