Aangenomen.
<< vorige
volgende >>
Aangenomen #4.
William Branham.Lees het volledige rekening in...
Gemanifesteerde Zonen Gods- Deel 4.Wel, hij zei: “Hij heeft ons het geheimenis doen kennen.” Krijg maar eens de Heilige Geest op u en begin dat dan door te nemen. En let dan maar eens op waar het heenleidt. Deze middag had ik zo'n dertig minuten om te studeren, misschien nog niet eens, alleen om de onderwijzing door te nemen, misschien nog niet eens. Ik zou zeggen de helft ervan, vijftien minuten, even tussendoor. Toen ik het begon door te nemen, dacht ik: “Het geheimenis! Hoe geheimenisvol!” De Schrift nam mij mee, regelrecht terug het Oude Testament in, en dan weer naar het Nieuwe Testament, paste iets bij elkaar, u ziet het geheimenis van Zijn komst, het geheimenis van Zijn wil en het geheimenis van ons, die samen gezeten zijn.
Herinner u, het kan niet worden geleerd op een of ander seminarie. Het is een geheimenis. U kunt het niet te weten komen door een opleiding te volgen, door theologie. Het is een geheimenis, dat verborgen is geweest sinds de grondlegging van de wereld, wachtend op de manifestatie van de zonen Gods.
Vertel mij mijn broeder, vertel mij mijn zuster, wanneer was er eerder een tijd dat de zonen van God ooit zouden worden gemanifesteerd buiten deze tijd? Wanneer was er ooit een tijd in de geschiedenis dat dezen werden gemanifesteerd om heel de natuur te bevrijden? De natuur zelf zucht, wachtend op de tijd van die manifestatie. Vóór de verzoening plaats vond, vóórdat de Heilige Geest werd uitgegoten, vóórdat alles daar in het Oude Testament vroeger had plaats gevonden, kon er nooit zo'n manifestatie zijn. Het moest wachten tot deze tijd. En nu zijn alle dingen zover gevorderd, zover gekomen, in de vorm steeds dichter tot de hoeksteen komend, totdat er een manifestatie kan plaats vinden van de zonen Gods die terugkomen. En de Geest van God komt zo volmaakt in deze mensen, tot hun bediening zo dicht naast die van Christus zal staan dat het Hem en Zijn gemeente zal verenigen.
----
Als u voorbestemd bent tot eeuwig leven, dan zal God u, hoe dan ook, op de een of andere wijze gaan roepen. Hij zal het zeker doen. “Al wat de Vader Mij heeft gegeven, zal tot Mij komen.” Om te weten tot welke kerk u behoort, dat heeft er niets mee te maken. Die denominatie zal echter nooit één ding voor u doen behalve dan u misschien een heleboel hinderen om met God verder te gaan; maar iets anders zal het nooit kunnen doen. Zij voegen u samen met een groep gelovigen en ongelovigen. Natuurlijk komt u dat in wezen overal tegen, waar u ook heengaat. Ze hadden dat zelfs in de hemel. Dat blijft een feit, maar u ziet op uw denominatie. Zie liever op Jezus. Hij is Degene naar Wie u moet kijken.----
Nu, denk eraan, dat de komst van de Here Jezus zeer dicht nabij is. De Heilige Geest heeft al gewerkt vanaf hier: 'rechtvaardiging', en ging daarna via 'heiliging' en 'de doop van de Heilige Geest', en nu regelrecht in de tijd van het komen van de Hoofdsteen... De gemeente zal zo volmaakt gelijk Christus moeten zijn, dat Christus en Zijn gemeente zich kunnen verenigen; dezelfde Geest. En als de Geest van Christus in u is, dan maakt het dat u het leven van Christus leeft, het leven van Christus uitbeeldt, en de werken van Christus doet. “Hij die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen.” Jezus zei dat. Zie? Nu, wij zullen zien dat er een bediening zal komen, die precies als het leven van Christus zal zijn. Wat betuigt die bediening? Het komen van de Here.Kijk naar wat er in de wereld vandaag gebeurt. Let erop wat Chroestsjov zei, en al deze andere grote dingen die gebeuren. Deze wereldwijde geschillen die op het punt staan om elk moment los te barsten. Elk ogenblik kan de zaak ontploffen. Dat is waar. En wij weten dat het nabij is. Elk zinnig persoon die de krant kan lezen of luisteren naar de radio, weet dat het zo nabij is. Maar bedenk dan dat Christus voor Zijn gemeente komt, voordat dit gebeurt. Hoe dichtbij is dan het komen van de Here Jezus? Misschien wel voor deze samenkomst eindigt vanavond. Wij zijn in de eindtijd. Dat is beslist waar.
Let eens op de gemeente hoe zij opkwam. Overleg het eens bij uzelf, u als historicus, die de geschiedenis bestudeert. Kijk naar de Lutherse kerk, hoe zij door de prediking van rechtvaardiging door het geloof, nog maar nauwelijks uit het Katholicisme komend, gewoon doorgaat... Kijk eens naar Wesley, die het weer wat dichter benadert, in heiliging; hoe hij dieper de Schrift ingaat. U ziet hoe Wesley er met zijn tijdperk precies tussenin staat. Dan komt het volgende; het Pinkstertijdperk. Dat Pinkstertijdperk was het herstel van de gaven, de geestelijke gaven. En kijk dan tenslotte naar het tijdperk dat nu tot de Hoofdsteen komt. Ziet u wat ik bedoel? Het komen van de Here, het bekend maken. God, de hele schepping, wacht gewoon tot de gemeente positioneel haar plaats vindt.
----
En nadat de gemeente haar positie heeft ingenomen, worden wij geroepen om te worden aangenomen tot zonen door de Heilige Geest. Dan neemt ieder de plaats in waartoe God hem heeft geroepen, om stand te houden tot aan het einde van de weg, op zoek naar de verlorenen.Eerst neemt Paulus alle vrees weg, zeggend: “Nu, als u geroepen bent, niet als u maar gewoon iets opgewerkt hebt in uw gedachten door een of andere soort theologie, maar als u werkelijk geboren bent uit de Geest, dan heeft God u voorbestemd van vóór de grondlegging van de wereld, uw naam in het Boek des levens van het Lam gezet en nu komen we bijeen om in hemelse gewesten vergaderd te zijn in Christus Jezus. Een heilig volk, een heilige natie, een bijzonder volk, een koninklijk priesterschap, dat God geestelijke offergaven brengt. Dat is de vrucht van onze lippen die Hem prijzen.” Er komen bezoekers binnen die zeggen: “Die mensen zijn gewoon krankzinnig.” Dat zijn ze zeker, want de wijsheid van God is dwaasheid voor de mensen en de wijsheid van de mensen is dwaasheid voor God. Zij zijn tegengesteld aan elkaar.
Maar een werkelijk Geestvervulde gemeente, vol van de kracht van God, die bijeen gezeten is in hemelse gewesten, brengt Gode geestelijke lofoffers, Hem prijzend. De Heilige Geest is vaardig over hen, onderscheidt de zonde en spreekt de dingen uit die verkeerd onder hen zijn. Hij zet ze recht en brengt het weer in evenwicht. Waarom? Omdat daar in de tegenwoordigheid van God altijd dat bloedige Offer is.
Nu bedenk, wij namen het deze morgen door, dat u niet werd gered door het Bloed. Wel zorgde het Bloed dat u in uw geredde toestand bleef. Maar uw redding kwam door genade, door geloof, door Hem te geloven. God klopte aan uw hart omdat Hij u voorbestemd had. U keek omhoog en geloofde het; u accepteerde het. En nu vormt het Bloed een verzoening voor uw zonden. Herinner u wat ik al eerder zei: God veroordeelt een zondaar niet omdat hij zondigt, hij is een zondaar vanaf het eerste begin. Hij veroordeelt een Christen als hij zondigt. Maar omdat Hij hem veroordeelde, nam Christus onze veroordeling op Zich. “Zo is er dan geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn,... die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.”
En als u iets verkeerd doet, is het niet met opzet. U zondigt niet met opzet. De mens die met opzet zondigt, die weggaat en willens en wetens zondigt, is nog nooit in dat lichaam gekomen. Maar een mens die eenmaal daar binnen is gegaan, is dood en zijn leven is verborgen in God, door Christus, en verzegeld door de Heilige Geest; de duivel kan hem zelfs niet meer vinden, zover bevindt hij zich daarin. Hij zal daar eerst uit moeten komen, voordat de duivel er ooit binnen zou kunnen komen, want u bent gestorven...
----
Denkt u eraan. We namen het zojuist door in Efeze, het eerste hoofdstuk vers 10.
Om in de bedeling van de volheid der tijden,...
Nu, we leerden dat de volheid der tijden waarop wacht? De volheid van alle tijden wacht op de tijd dat de zonde zal ophouden, dat de dood er niet meer zal zijn, op de tijd dat de ziekte zal verdwijnen, de tijd dat de zonde zal ophouden; wanneer alle verdraaiing zal eindigen (alle dingen die de duivel heeft misvormd). En wanneer ook de tijd zelf zal eindigen. Kijk.Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide wat in de hemel is, en wat op de aarde is.
“Om alles onder Christus samen te vatten.” Zoals ik deze morgen zei: al die kleine goudklompjes die we vinden, deze juweeltjes, kunt u oppoetsen in Genesis, u kunt ze oppoetsen in Exodus, u kunt ze oppoetsen in Leviticus en zo door de hele Schrift heen, tot ze tenslotte in Openbaring zullen blijken uiteindelijk 'Jezus' te zijn. Of u nu Jozef neemt of Abraham, of u nu Izaäk, Jakob of David neemt, kijk of u in elk van deze goudklompjes- in elk van deze mannen Gods- niet Jezus Christus getoond ziet. Om wederom alles tot één te vergaderen in Christus Jezus.
Nu wat verder, nu dat elfde vers:
...in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben,...
O, een erfdeel! Iemand heeft u iets na te laten om te erven. Is dat waar? Een erfenis. Welk erfdeel hebben we dan? Welk erfdeel had ik? Ik had helemaal geen erfdeel, maar God liet mij wel een erfdeel na: toen Hij mijn naam zette in het Boek des Levens van het Lam vóór de grondlegging van de wereld.“O,” zegt u, “wacht een ogenblik broeder, Jezus deed dat toen Hij voor u stierf.” Nee, dat deed Hij nooit: Jezus kwam om dat erfdeel voor mij te kopen. Leest u de volgende regel maar:
...in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben, waartoe wij tevoren bestemd waren, krachtens het voornemen van Hem die in alles werkt naar de raad van Zijn wil.God deed het, vóór de grondlegging van de wereld. Zoals wij het in de onderwijzing al met u doornamen: hoe wij zagen dat God in Zichzelf bestaand was. Hoe dat er in hem liefde was; dat het in Hem was om God te zijn. Maar er was niets om Hem te aanbidden. Dat het in Hem was om Vader te zijn, maar Hij was helemaal alleen. Dat het in Hem was om Redder te zijn en er was niets verloren. Het was ook in Hem om Geneesheer te zijn. Dat waren Zijn eigenschappen. Verder was er niets. Dus was Hij het Zelf die naar de goede raad van Zijn wil deze dingen voortbracht, opdat Hij door deze ene Mens, Christus Jezus, alles weer samen zou mogen brengen. O, als ik dit hier zie, is het geen wonder dat het een geheimzinnig iets is.
Kijk, Hij heeft ons voorbestemd tot dit erfdeel. Als ik een echte erfgenaam van iets ben, dan kan God aan mijn hart kloppen en zeggen: “William Branham, Ik heb je een lange tijd geleden geroepen, vóór de grondlegging van de wereld, om het Evangelie te prediken...” Ik heb een erfdeel, een erfdeel van eeuwig leven. Nu, God zond Jezus om dat erfdeel werkelijk voor mij te maken, omdat er niets was wat ìk kon doen om het te beërven. Het was volkomen gereed, het was geldig; er was niets wat ik kon doen. Maar in de volheid der tijd zond God, op Zijn eigen welbehaaglijke tijd, Jezus, het Lam, geslacht voor de grondlegging van de wereld. En Zijn Bloed werd gestort opdat ik tot mijn erfdeel mocht komen. Tot welk erfdeel? Om wat te zijn? Tot het zoonschap, om een zoon van God te zijn.
Nu, dit mag u misschien gewoon de adem benemen, maar wist u dat mensen, die zonen van God zijn, kleine goden zijn? Hoevelen hebben dat ooit geweten? Hoevelen weten dat Jezus dat zei? Jezus zei in de Bijbel: “Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: 'Gij zijt goden'? En als Hij hèn goden genoemd heeft...” Want God zei in Genesis 2 dat zij goden waren, in die zin, dat zij de volledige heerschappij hadden over de aarde. Hij gaf hem de heerschappij over alle dingen. En toen verloor hij zijn god-zijn, zijn zoonschap, en zijn gebied; Satan nam het over...
Maar o glorie, wij wachten op het openbaar worden van de zonen van God die terug zullen komen en het weer zullen overnemen. Wij wachten op de volheid der tijd, wanneer de piramide haar top bereikt en de volgroeide zonen Gods zullen worden gemanifesteerd, wanneer de kracht Gods naar voren zal treden, (halleluja!), om Satan elke macht die hij heeft, af te nemen. Jazeker, het hoort Hem toe.
Hij is de Logos die van God uitging, dat is waar, dat was de Zoon van God. Toen maakte Hij de mens tot een kleine god. Zei Hij niet: “Als Hij hen goden genoemd heeft tot wie het Woord Gods gekomen is...” [Johannes 10:35.] Zij noemden de profeten 'goden', God zei Zelf dat zij goden waren. Hij zei tegen Mozes: “Zie, Ik stel u als god, en uw broeder Aäron zal uw profeet zijn...” [Exodus 7:1 en 4:16.] Amen! O...! Ik weet dat ik mij een beetje gedraag als een religieuze dwaas; ik ben het niet, maar o, als onze ogen open kunnen gaan en we deze dingen kunnen zien! Goed. Hij maakte de mens tot een god, een god in zijn gebied. En uw gebied strekt zich uit van zee tot zee en van kust tot kust; deze mens heeft de macht daarover.
En toen Jezus kwam, welke die ene God was, zonder zonde, bewees Hij dit. Toen de winden opstaken zei Hij: “Zwijg, wees stil!” Amen. En tot de boom sprak Hij: “Nooit ete meer iemand vrucht van u in eeuwigheid.” “Voorwaar, Ik zeg u, gij die kleine goden zijt, indien gij tot deze berg zou zeggen: 'hef u op', en in uw hart niet zou twijfelen, maar zou geloven dat hetgeen u zegt geschiedt, dan zal het geschieden, u kunt hebben wat u hebt gezegd.”
Lees het volledige rekening in...
Aangenomen.
Bericht Hub...Kies uw taal en download gratis boodschappen van Broeder Branham.